Zaterdag ben ik met Bond Heemschut naar Staphorst en Rouveen geweest. Mijn roots liggen voor een deel in die plaatsen. Dat maakt nieuwsgierig, maar toch voel ik een drempel om rond te kijken. Zo'n uitstapje biedt daarvoor kansen. Allereerst zijn we naar de Museumboerderij geweest, waar we welkom geheten werden door de burgemeester. Tja, zo gaat dat bij Bond Heemschut. In de gemeente Staphorst zijn 600 monumenten, maar slechts 1 ambtenaar die zich hiermee bezighoudt. Ook is Staphorst aangewezen als Belvedère-gebied. Vervolgens hebben we een boerderij in Rouveen bekeken. Aan de boerderij is weinig veranderd sinds de bouw. De laatste bewoonster beschikte over een kachel, drie stopcontacten en een kraan met koud water. De vereniging "Hendrick de Keyser" heeft het gekocht en gerestaureerd. De vereniging verhuurt haar panden en daarom is in het achterste deel van de bedrijfsruimte een woning gebouwd. De woning bestaat uit een kamer/keuken met boven een slaapkamer en een douchecel. Vanzelfsprekend is ook een toilet aanwezig. De rest van de boerderij is in museale staat gelaten. Aan het eind van de middag hebben we het elzensingellandschap bekeken. De percelen in Staphorst waren smal en om dat te veranderen zijn de singels vaak opgeruimd. In andere gevallen zijn de singels niet goed onderhouden en ontstaat er een soort bos. De laatste jaren wordt subsidie verleend om dit aan te pakken in samenwerking met "Landschap Overijssel".
Afbeeldingen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten