In de jaren zeventig hebben Henny en ik drie zomers in de kampwinkel van Hollum, Ameland gewerkt. Een collega van ons was Leo Kanger. Een paar weken geleden zag ik Leo op de televisie. Het programma "Wij zijn de geschiedenis" besteedde aandacht aan de ramp met de paarden van de reddingboot in augustus 1979. Leo was voor het eerst als voerman mee met de paarden van zijn vader Minne.
Hoe werden de paarden van destructie gered?
Oene de Vries - eigenaar van twee verdronken paarden en wethouder -was ook aanwezig bij het afzetten van de weg om te voorkomen dat de paarden naar het destructiebedrijf op het vasteland zouden worden gebracht. Zijn boerderij lag aan de weg die naar het strand loopt waar het gebeurd is. "Ik was toen wethouder en wij hoorden dat de paarden naar Bergum zouden gaan. Toen zagen we een vrachtwagen van de gemeente aankomen. Die hebben we tegengehouden en teruggestuurd. Vervolgens is de hele dag overlegd, want je zat natuurlijk met de wet op destructie en het college moest daarvoor een vergunning geven. Uiteindelijk -na overleg tot in Utrecht toe - kregen we toestemming om de paarden op het eiland te begraven".
Folkert Smit was jarenlang beheerder van het reddingsmuseum en vrijwilliger van de reddingsbrigade. "De boeren kwamen in opstand, omdat de paarden afgevoerd moesten worden naar het destructiebedrijf op het vasteland. Dat wilden ze niet hebben. Die paarden hadden altijd voor hen klaargestaan dus die moesten op het eiland begraven worden. Ze hadden de weg zelfs afgezet, zodat de gemeente de karkassen niet op kon halen. De ministerraad is toen nog bijeen gekomen in een spoedberaad om daarover te beslissen en aan het einde van de dag kregen ze groen licht om de paarden op het eiland te begraven. Ze zijn in de duinen begraven zoals ze altijd voor de boot liepen, vier aan vier".
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
hoi Letty,
BeantwoordenVerwijderenWat ziet je weblog er leuk uit.
Erg inspirerend!!
groeten
Tjitske