Bijna ieder jaar breng ik een bezoek aan de Dehullu, beelden in Gees. De beelden staan in een tuin met een grote variatie aan bloemen, planten, heesters en bomen. Het is zeker geen doorsnee Drentse tuin. Er is bijvoorbeeld een geraniumtuin waar de geraniums niet lijken op de geraniums die ik ken. Ook de grassentuin is heel mooi. Tussen al die prachtige - voor mij meestal onbekende - planten staan de beelden. Verreweg de meeste beelden worden ieder jaar gewisseld. In de bijbehorende galerie staat vooral keramiek. Wandelend door de tuin valt het verschil tussen de bezoekers op, de een ligt onder een plant om de vrucht te bekijken, de ander aait de beelden. Het doet me denken aan de orgelliefhebbers en de liefhebbers van oude kerken. Ze kunnen ook op dezelfde plaats aanwezig zijn, maar toch is er soms een wereld van verschil tussen hen.
Dit jaar was ik bijzonder onder de indruk van de beelden van Kieta Nuij, Tjikkie Kreuger, Gudrun Sailer en Miriam Severijns. De beelden van Kieta Nuij staan vooral in de stiltetuin opgesteld. Van de combinatie - tuin en beelden - gaat iets sereens en verstilds uit. Tussen de planten en beelden staan een tiental borden met gedichten. Bij de grote vijver staat een gedicht dat me bijzonder aanspreekt, namelijk "Ik sta aan de overkant"
ik sta aan de overkant van een stroom
de stroom van jouw verdriet
jouw eenzaamheid
-
ik wil je bereiken
maar vind de woorden niet
vind de gebaren niet
ik sta daar aan de overkant tegenover jou
-
kon ik met je meehuilen
ik vind de tranen niet
-
niet diep genoeg kan ik voelen
wat je voelt
-
het enige wat ik koppig doe
-
-
ik blijf
ik sta
ik wacht
ik kijk
-
zo ben ik een beetje bij je
-
-
afbeelding 1: Eugène Terwindt
afbeelding 2: Kieta Nuij
afbeelding 3: Tjikkie Kreuger
Geen opmerkingen:
Een reactie posten