donderdag 12 maart 2009
arbeider in plaats van boer
Woensdagavond naar een lezing van Richard Paping over "De levensstandaard van boeren, arbeiders en middenstanders op de Groninger klei in de 18e en 19e eeuw" geweest. Hoe verdienden zij de kost? In de 18e eeuw bezaten de arbeiders nog vaak een eigen woning, maar in de 19e eeuw veranderde dat. Een tijd van hard werken en weinig vrijheid. Voor de middenstanders waren de omstandigheden vaak beter. De boeren verdienden in sommige perioden veel geld. Wat ik me nooit gerealiseerd heb was dat door de bevolkingstoename boerenkinderen meer kans hadden te dalen op de sociale ladder. Het aantal boerderijen bleef vrijwel gelijk. In Groningen was het geen vast gegeven dat de boerderij van vader op zoon vererfde. De boerderij kon ook naar een zuster gaan. Soms bleef de moeder op de boerderij en werd het na haar dood verkocht. Kortom het was heel gebruikelijk dat een boerderij na een paar generaties in de handen van een andere familie kwam. Verder werd er de nadruk opgelegd dat de Nederlandse kuststrook tot de rijkste gebieden ter wereld behoorde. Helaas was het wel ongezond wonen. Malaria was een endemische ziekte.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten