ding 23: evaluatie

Het einde van het jaar nadert. Wel een goed moment om ding 23 - de evaluatie - te posten.

Met de muziek van Last.fm op de achtergrond begin ik aan mijn evaluatie van 23dingen. Wat heb je geleerd? Ik heb veel geleerd en dat wil ik graag laten zien door te vertellen hoe we (Arnold, Geke en ik) de 23dingen kunnen inzetten voor de ondernemingsraad. Geke wees me er op dat we toevallig al een web 2.0 tool uitgeprobeerd hebben, namelijk de ta-da-list. Helaas is dat toen niet gelukt. Voorwaarde voor het slagen is natuurlijk dat iedereen het wil gebruiken. Hopelijk gaat het nu beter.

Ding 1, 2 en 3: de weblog. De OR is een weblog begonnen en heeft daar leuke en ook inhoudelijke reacties op gekregen. We proberen iedere week iets te posten.

Ding 4 en 5: RSS. De OR heeft een Gmail-adres aangemaakt en voor een iGoogle-startpagina en de Google Reader gekozen. We kunnen met behulp van de RSS feeds een abonnement nemen op voor ons belangrijke sites. Ook de weblog van de OR heeft natuurlijk een RSS feed.

Ding 6, 7 en 8: Flickr en plaatjes bewerken. Ideaal voor de OR om postings te illustreren. Beelden zeggen veel en zijn dus belangrijk op een blog.

Ding 10: social bookmarking en Del-icio-us. Hier kunnen we voor de OR belangrijke websites plaatsen en hopelijk veel tips voor andere belangrijke websites ontvangen. Dat kan ons tijd besparen.

Ding 11 en 12: wiki's. Wederom heel bruikbaar voor de OR, zoals Geke in haar blog schreef. We zijn een wiki gestart om een goede evaluatie over de veranderingen van het afgelopen jaar te kunnen schrijven.

Ding 13: Google Docs. Deze evaluatie schrijf ik in Google Docs. Ik kende het al en was van plan het in te zetten voor het jaarverslag van de OR. Nu gebruik ik het voor deze evaluatie en kan ik mijn OR-collega's om collegiaal consult vragen door dit document te delen.

Ding 14: Instant Messaging. We - vooral Geke en ik - zijn aan het twitteren. Is dat belangrijk? Het twitteren niet, wel de betrokkenheid en het weten waar de anderen mee bezig zijn. In iedere werksituatie - en zeker bij een OR - speelt het onderlinge vertrouwen een grote rol. Vertrouwen ontstaat en wordt mede in stand gehouden door betrokkenheid.

Ding 15 en 16: Podcasts en YouTube. Zolang de BNOF hier niet iets mee doet, geldt hetzelfde voor de OR.

Ding 17: web 2.0 site naar keuze. Welke is bruikbaar voor de OR? Het is de datumprikker geworden: http://www.datumprikker.nl/dp/scripts/dtp_main.asp Deze site kan de OR helpen bij het vaststellen van vergaderdata waarop alle leden kunnen. Ook heel bruikbaar is http://uservoice.com/ om collega's te vragen via internet op een stelling te reageren.

Ding 18, 19 en 20: sociale netwerken. Boeken en muziek zijn voor de OR niet echt belangrijk, maar een sociaal netwerk als Bibliotheek 2.0 wel. De ondernemingsraden van de verschillende clusters en de BSF hebben ook een ning. Het belang hiervan hangt sterk af van de houding van de deelnemers. Zelf heb ik het gevoel dat bibliotheek 2.0 een nieuw elan in bibliotheekland heeft gebracht. Bij het aan minister Plasterk uitgebrachte advies over de bestemming van de vernieuwingsgelden van de komende jaren werd het ook met name genoemd en dat is een leuke erkenning van het belang. Ambtenaar 2.0 heeft een boek uitgebracht over de mogelijkheden van web 2.0 voor de overheid. Het zou leuk zijn als dit ook gebeurt voor de bibliotheek. De cursus 23dingen is heel praktisch en met behulp van een boek kun je het in een kader plaatsen. Waarom moeten bibliotheken iets met web 2.0 en wat moeten ze?

Ding 21 en 22: bibliotheken en web 2.0 heb ik veranderd in ondernemingsraden en web 2.0 door de evaluatie op deze manier te schrijven. Kennis en informatie mogen, kunnen en willen delen is voor mij de essentie van web 2.0

Ding 23: evaluatie: de afgelopen maanden heb ik veel geleerd en ik hoop de opgedane kennis in ieder geval bij de OR toe te kunnen passen. Verder denk ik dat het belangrijk is dat ook de collega's het gevoel hebben dat ze in ieder geval onderdelen (dingen) van deze cursus kunnen gebruiken. Als dat niet het geval is, levert het frustratie op bij mensen die het met meer of minder plezier gedaan hebben. Frustratie maakt het voor de organisatie moeilijker de medewerkers te motiveren. Het vervolgtraject is dus belangrijk. Niet alleen vanwege de toepassingen, maar ook vanwege het in stand houden en uitbreiden van de opgedane kennis. Bibliotheken zijn niet de enige die zich bezighouden met 23dingen, maar lopen redelijk voorop. Laten we daar van profiteren!